Avez-vous un pain Français?

Korte impressie van een bezoek met tien collega bestuurders van Nederlandse hogescholen aan het Franse hoger onderwijs, 26-29 september 2006

Avez-vous un pain Français? vroeg de Nederlandse toerist in de boulangerie. Kristien Hemmerechts en haar Vlaamse vriendin konden hun lol niet op over zoveel domheid in één kort zinnetje. Is er dan ander brood dan Frans brood? Is er een andere cuisine dan de Franse? Tot de basisbegrippen behoren une baguette, une flûte, une croûte, etc. Nederlanders hebben  brood.. Nederlanders kennen kip. De Franse vrouw kent un coq, une poule, une poulet en une poulette. De Nederlander bestelt een vin blanc of een Bordeaux, de Fransman bestelt een Chablis, een Sancerre of een Médoc. De Fransen hebben heel veel woorden in hun woordenschat. En die woordenschat is onderdeel van de cultuur van Frankrijk. Avez-vous un pain Français? is of een belediging van de Fransman of de uiting van de culturele armoe van de vragensteller.

Tegenover mij zat Pierre-André Picon, directeur des relations internationales. En ik vroeg hem over het diploma van zijn Grande Ecole Marne-la-Vallée. Welk niveau heeft het diploma? Het is een vijfjarige opleiding na het baccalaureat. Is het een bachelor of een master? Hij begreep mijn vraag niet !? Ik dacht nog even dat het door de glazen wijn kwam die hij al naar binnen had gewerkt. We zaten aan de lunch. Hij speelde geen toneel, hij boog naar zijn buurman, Jacques, de decaan van de Ingenieur Civic, en vroeg wat het niveau zou kunnen zijn? Jacques begreep de vraag ook niet. Wij zijn geen bachelor, wij zijn geen master, de student wordt ingenieur, dat staat op zijn diplôme. Ik probeerde me eruit te redden door te vragen naar de titel, wat mogen de afgestudeerden voor hun naam zetten, ir of ing? Grote ogen keken mij aan. Rien, pourquoi? Hij is ingenieur, hij heeft gestudeerd aan een Grande Ecole, dat zegt alles. Pierre-André haalde zijn visitekaartje tevoorschijn en liet de Franse kant zien. Daarna draaide hij hem om naar de Engelse tekst en er stond Prof. voor zijn naam. Dat moet, zei hij, want in Engeland, VS en Duitsland wordt het niets als er niet heel veel letters voor en achter staan. Ik zag hem glimlachen om zoveel domheid buiten Frankrijk.

Napoleon Bonaparte had een plan. Hij wist dat de grandeur van Frankrijk ingezet moest worden om de hele wereld te moderniseren. Daarvoor is oorlog nodig, heel veel oorlog. En dan moet je grote logistieke processen uitvoeren. En daarvoor zijn ingenieurs nodig, hoe groter de plannen des te meer ingenieurs. Voor wegen, bruggen, waterwerken, geweren en kanonnen, transport en communicatie. Waar haal je die vandaan? De Franse universiteiten hielden zich bezig met filosofie, religie en atheïsme, met grote menselijke vragen. De Sorbonne keek neer op die gewone technische vragen van Napoleon. Dus dacht Napoleon, als jullie zo arrogant zijn en ze niet opleiden dan doe ik het zelf en hij richtte overal in Frankrijk Grandes Ecoles op waar de ingenieur zou worden opgeleid. Alleen voor de allerslimste kinderen, duur en exclusief. Heel goed onderwijs. De Grandes Ecoles hebben nu 75000 studenten. Het studierendement van de Grandes Ecoles ligt op 97%. De voorselectie gaat met een toelatingsexamen, een concours. Van de tien aanmeldingen wordt er slechts één toegelaten. Na de diplomering heeft iedereen direct werk en je kunt eigenlijk alleen de top van het bedrijfsleven  of de staat bereiken met dit diploma. En ze kennen elkaar in de jaargroepen allemaal, ook na 50 jaar. Er zijn Grandes Ecoles voor techniek, economie en bestuur en recht. De beroemde ENA in Parijs is een voorbeeld van deze laatste. De scholen zijn zelf bijna altijd klein, en soms zitten ze in een bestuurlijk verband bij elkaar. Dus de Franse revolutie heeft ons wel liberté, egalité en fraternité gebracht, maar ook direct daarna het meest prestigieuze en zeer selectieve onderwijs. Niks geen egalité!!

In het Franse onderwijs spreekt iedereen de leraren en professeurs met ‘vous’ aan. Altijd monsieur ou madame. Tutoyeren is er niet bij. Dat geldt ook voor het hoger onderwijs. Het onderwijs disciplineert. Althans dat is de bedoeling. Maar het lukt niet altijd. Mei ’68 was een moment dat de verbeelding aan de macht kwam en dat de studenten massaal de bestaande orde en de zittende machthebbers aanvielen. De hele wereld schrok van wat in Parijs gebeurde. De verwarring in de Franse regering was totaal. En de macht leek even helemaal bij de studenten van de grote universités te liggen. De autoriteiten kregen de zaak weer onder controle, maar direct daarna moest er flink worden nagedacht hoe zo iets voorkomen kon worden. Verdeel en heers, weten machthebbers. De Université de Paris, de Sorbonne, had  toen 120.000 studenten. Dus niet gedraald, verdeel ze in afzonderlijke universiteiten. De Université de Paris werd verdeeld in 14 universités. Ieder met een cijfer. Wij bezochten Université de Paris nr 12. In Créteil. En in Lille Lille 3. Makkelijk hè, ook na bijna 40 jaar is er niet meer zo’n opstand geweest, dus dat heeft blijkbaar gewerkt. Alleen jammer dat men in de grote wereld buiten Frankrijk vanaf 1990 is gaan ranken, alle universiteiten op een rij. In al die rijtjes komt bijna nooit een Franse universiteit voor. En dat kan toch niet waar zijn! Dat doet pijn! De grote universiteiten zijn dan wel allemaal opgedeeld, maar niet via erg logische lijnen, en zeker niet met in het achterhoofd de internationale criteria voor een goede universiteit. Kortom, om hoger in de ranglijsten te komen zal er toch weer gebundeld en gefuseerd moeten worden, hier en daar tot erg grote instelling en hier en daar het crème de la crème.

De generieke Franse universités vallen onder de minister van onderwijs. Er volgen 1,2 miljoen studenten onderwijs aan de universités. In deze universiteiten is de Bachelor-Master-PhD-structuur ingevoerd. In Frankrijk heet dat de LMD-structuur: License, Master en Doctor. De License is onze Bachelor. De universiteit mag niet voor de poort selecteren. Iedereen is toelaatbaar vanuit het baccalaureaat. En voor de iets oudere bevolking is er ook toegang via Elders Verworven Competenties mogelijk, de EVS, Experience Validation Service. De slachting na de poort is groot, maar daar is wel iets op te vinden. Als ik het goed begrepen heb, is uitstroom elk jaar mogelijk, dus is er eigenlijk nooit ongediplomeerde uitstroom. De arbeidskansen zijn erg laag, velen die een diploma hebben gehaald zijn lange tijd werkloos. Voor alle hoger onderwijs in Frankrijk geldt een collegegeld van 150 € per jaar. De universités krijgen een beperkt budget, docenten worden slecht betaald, zeker in vergelijking met Nederland, de gebouwen zijn vaak erg oud en overvol. Ik vond de gebouwen van Paris nr 12 heel goed passen bij de Bijlmer in zijn slechtste tijd. De contacten van de universités met de regio en de werkgevers lijken sporadisch. Lesprogramma’s worden in Parijs gemaakt. De bestuurlijke verlamming is groot, omdat ieder met een beetje zeggenschap ook wel weer over de université mag meepraten. Alle universiteiten in Frankrijk zijn staatseigendom. Iedereen is ambtenaar.

Naast de 1,2 miljoen studenten van de universités zijn er nog eens 1,2 miljoen studenten die vakspecialistische hoger onderwijs volgen, zoals medicijnen, accountants en notarissen, verpleging, kunsten, enzovoort. Deze vallen allemaal onder hun eigen vakminister en hebben een eigen bekostiging. En omdat die vakministers geen Bolognaverklaring hebben ondertekend doen zij ook niet mee in de BaMa-structuur. Zij hebben allemaal eigen structuren. En dus eigen diplomaniveau’s. Voor de lerarenopleidingen is er éen centraal examen en worden er precies voldoende studenten afgeleverd voor de vraag op de arbeidsmakt. Dus iedereen die het diploma heeft gehaald komt aan de slag, wordt staatsambtenaar en wordt vanuit Parijs geplaatst in L’Aix-en-Provence, Limoges of de banlieus van Paris.

De Grande Ecole in Lille bleek een economie opleiding. Gelegen direct naast de uitgang van het mooie TGV-station. 2500 studenten, 65 vaste docenten, waarvan 45 gepromoveerd, en 400 parttime uit het bedrijfsleven. In een buitenwijk bezochten we de lerarenopleiding, een onderdeel van de université. We vroegen de directeur wie de curricula en de lessen maakt? Zonder enige schroom vertelde hij dat dat landelijk, dus in Parijs werd gemaakt, en hij liet zich niet van zijn stuk brengen toen er gevraagd werd of dat anders zou kunnen. Alles werd centraal in Parijs geregeld, en het leek dat ieder heel tevreden is over de kwaliteit.

In Lyon bezochten we een grote universiteit. In de wijk Villeurbanne. Veel groene velden tussen de gebouwen. Je kunt daar bachelor, master of  doctor worden. In economie, techniek, sociologie, urban studies en een hoop meer. Wij vroegen hoe hun bachelordegrees verder heten. Bachelor of Science voor de ingenieurs? Oh nee riep monsieur le President, Bachelor of Engineering! Dat heeft waarde, in Frankrijk worden er soms wel Bachelors of Science afgegeven, maar die zijn niets waard op de arbeidsmarkt. Mijn stokpaardje heb ik regelmatig in de strijd geworpen. Studeren meisjes sneller en beter dan jongens? Herkennen jullie dat? Ik kreeg de indruk dat niemand dat ooit had geteld, het zijn toch allemaal studenten, allemaal even belangrijk, jongens en meisjes? Allochtone studenten dan? Hoe gaat het daarmee? Oh, oh, dat tellen we niet, ze zijn toch allemaal Fransen, ook al komen hun ouders uit Algiers!

Vrijdag reden we met de TGV terug. Het lot had Jos Elbers en mij tegenover elkaar geplaatst. Ik doezelde even weg, en maakte mee dat de secretaresse van Jos zijn toespraak tikte en hij precies voorlas wat er stond: Elbers Verworven Competenties. Staatssecretaris Bruno Bruins zat op de eerste rij, hij lachte, hij wist niet veel van onderwijs maar begreep toch al dat er iets niet klopte. Ik droomde van Den Haag, veel studenten in de straten van Den Haag, de naamgeving van alle hogescholen ging veranderen, de Haagse Hogeschool wordt Den Haag nr 1, de Hotelschool werd Den Haag nr 2, de Campus van de Universiteit Leiden Den Haag nr3. Mij maakte dat niet meer uit, we hadden goed geluncht bij de collega’s van Marne-la-Vallée, het leven was mooi en de Haagse Hogeschool is nr 1, zoals het hoort. Hoewel, Grande Ecole heeft ook wel wat, De Grote School Den Haag. Klinkt meer poëtisch. Met een Diplôme d’Ingenieur. Die Fransen toch, ze hebben het goed voor elkaar, de mooiste keuken van de wereld, we kregen overal als voorgerecht foie gras, hoeveel ganzen hebben ze daar? Prachtige wijnen, uitgezocht door Gerard van Drielen. En die TGV! Volgende maand gaat de TGV van Parijs naar Strasbourg rijden, twee uur winst, ook voor het doorgaande traject naar Frankfurt en Berlijn. Italië en Spanje worden eveneens aangesloten. We zoeven door een mooi land. Snel en efficiënt. Hoe zijn al die mensen opgeleid? Door wie? Op welk niveau? En hoe is het in Nederland met onze kleine afstand van Den Haag naar Groningen? Hoe was dat ook weer, de vraag zegt meestal meer over de vragensteller dan over de ander. Avez-vous un pain Français?

Deelnemers: Wim Boomkamp (Saxion), Pim Breebaart (HHS), Hein Dijkstra (VU/Windesheim), Gerard van Drielen (Rotterdam), Jos Elbers (Inholland), Frits Gronsveld (HU), Harry Koopman (Avans), Doekle Terpstra (HBO-raad), Norbert Verbraak (Fontys), Ad de Graaf (HBO-raad),  Arian van Staa (HBO-raad).
Organisatie: Petra van Dijk, directeur Frans-Nederlands Netwerk , Philippe Noble, directeur Réseau Franco-Néerlandais de l’Enseignement Supérieur, Marieke de Bakker, Réseau Franco-Néerlandais de l’Enseignement Supérieur.

niet eerder gepubliceerd | download PDF van dit artikel