Plezier beleven aan rankings

Een verstandig mens weet dat de uitkomst van een ranking voor 100% afhangt van de input criteria. Toch betrap ik mezelf erop dat ik de uitkomsten altijd vol enthousiasme bekijk en me niet afvraag wat de input criteria impliceren. Als we de restaurants van Nederland zouden ranken overeenkomstig de smaak van de gemiddelde Nederlander komt MacDonalds er waarschijnlijk nog aardig uit. Maar wat betekent deze ranking?

Ik hou van de Keuzegids Hoger Onderwijs, ik kijk er elk jaar weer met veel plezier in. Ik hou erg van de Times Higher. Ik bekijk hem, keer hem onderste boven, maak lijstjes met alle landen en de aantallen universiteiten in de top 200, als ware het een schaatswedstrijd. Leer ik er wat van? Dat betwijfel ik. Het is een mooi tijdverdrijf. En misschien zegt het toch iets. Ik word in ieder geval blij als ik zie dat Nederland  met 11 universiteiten in de top 200 van de Times Higher staat. Daar hoef je je niet voor te schamen! Er is echter geen Nederlandse universiteit bij de top 25. En dat zit me dwars, een gemiste kans, want die zijn echt het crème de la crème. Die trekken de aller slimste jongens en meisjes uit de hele wereld naar zich toe. Daar worden de wereldleiders van morgen opgeleid. En het zou mooi zijn als Nederland daar een rol in zou kunnen spelen.

De Times Higher laat zien dat Argentinië, Brazilië en Mexico geen topuniversiteiten hebben. En gezien hun heel erg slechte basis- en middelbaar onderwijs hoeven we daar de komende 25 jaar ook niets van te verwachten. Aan de andere kant van de wereld gaat het echter de laatste paar jaar erg goed. In de top 200 van de Times Higher is er een opmars van Aziatische universiteiten. Japan, Korea, China, Hong Kong, Singapore, ze gaan zich meten met de Amerikaanse topuniversiteiten. Ik verklaar dit succes uit hun uitstekende onderwijsprestaties in het primair en secundair onderwijs. Dat is al langer zichtbaar in de wereldwijde statistieken. Een vijftienjarige Oost-Aziatische leerling die tot de 25% slechtste leerlingen behoort weet altijd nog meer dan de 25% beste leerlingen in Zuid-Amerika.  De VS zijn marktleider met 50 van de 200 topuniversiteiten, maar zijn de laatste jaren zichtbaar aan de verliezende hand. De winst van de Aziaten gaat ten koste van de topuniversiteiten van de VS. Zelfs de lange tijd onneembare plaats van Harvard is niet meer zo zeker als tot voor kort nog leek.

Ik heb ook eens naar de recente ontwikkelingen van de toprestaurants gekeken. Jaarlijks is er de Pellegrino van de 100 toprestaurants in de wereld. Natuurlijk scoort Frankrijk hoog, evenals de VS, Engeland, Italië en Spanje. Dit is al jaren zo. Nederland heeft met 2 toprestaurants geen slechte positie, maar we zijn blijkbaar beter in topuniversiteiten dan in toprestaurants. Wij hebben de brains maar niet het eten. Voor Italië is dat precies andersom, wel veel toprestaurants maar waardeloze universiteiten, ze komen in de top 200 niet voor. Zuid Amerika kent geen enkel toprestaurant. Argentinië, Brazilië en Mexico behoren tot de wereldtop voetbal, maar als het gaat om de hersens én de maag dan spelen ze geen rol. Een snelle blik op de Pellegrino van de laatste jaren laat zien dat de nieuwkomers allemaal uit Oost Azië komen. In de 100 toprestaurants doen Hong Kong, Macau, Singapore en Tokyo het heel goed. En iedere toerist kan zien dat het einde nog niet in zicht is. De Michelin heeft vorig jaar de eerste gids van Japan uitgebracht. Dit land kreeg een overvloed aan sterren. Ook de eerste Michelingids van Hong Kong laat dit beeld zien. Eind dit jaar komt de eerste Michelin over Singapore uit. Wordt de Red Dot dé eetstad van de wereld? Volgens velen is ze dat al. Parijs had honderd jaar lang de meeste Michelinsterren, gevolgd door Londen, Madrid, Rome, New York, etc. En plotseling is de zaak gekeerd. Tokyo heeft er nu ruim tweemaal zoveel Michelinsterren als Parijs, Hong Kong bijna evenveel, en Singapore volgt. En wat gaat er in Shanghai gebeuren? Mijn conclusie is dus dat als je deze rankings serieus neemt Oost-Azië binnenkort zowel de slimste hersens heeft als het meest exclusieve eten voor de maag.

Hangen de rankings van topuniversiteiten en -restaurants samen? Dat lijkt me niet. Hangen ze samen met andere wereldwijde ontwikkelingen? Dat lijkt me zeker, hoewel oorzaak en gevolg niet altijd scherp zijn aan te geven. Het zeer recente verlies van zes Amerikaanse universiteiten uit de top 200 zegt mij wel iets over de afkalvende kwaliteit van hun toponderwijs. Maar het zegt natuurlijk ook iets over de gemiddelde kwaliteit van het aanleverende middelbare onderwijs. Hele grote groepen Amerikaanse kinderen krijgen tegenwoordig onderwijs van een zeer lage kwaliteit. Nergens in de rijke Westerse wereld is het verschil in onderwijsprestaties tussen de top 25% en de onderste 25% zo groot. De  jonge Amerikaanse bevolking zal de komende decennia uit 25% feitelijk ongeletterde mensen bestaan en bijna de helft die geen snars begrijpt van wiskunde of natuurkunde. Dus het land met nog steeds veruit de meeste topuniversiteiten kent ook veruit het hoogste percentage onder presterende leerlingen en studenten. Overigens nam tegelijk het aantal toprestaurants in de VS toe. En dat zegt iets over hun leefstijl, althans van de leefstijl van de rijkste Amerikanen.

Kun je hier nu een conclusie trekken over de kwaliteit van het eten of onderwijs in brede zin? Nee, ik denk het niet. Ik vind het heerlijk om deze rankings goed te bekijken, maar het zegt maar weinig over de prestaties op het midden of lagere niveau. Frankrijk heeft veel topkoks in exclusieve restaurants. Ga in Frankrijk naar een eenvoudige bistro en met een beetje zoekwerk krijg je ook daar een prachtkwaliteit. Engeland en de VS hebben tegenwoordig veel toprestaurants die zich kunnen meten met de Franse. Maar ga in Wales of Arizona naar een eenvoudig restaurant en je eet een diepe depressie, ondanks alle goede inspanningen van Jamie en Julia Child. Vooral de VS kent een woestenij van fast food. Singapore, Tokyo, Hong Kong en andere Aziatische steden hebben nu restaurants die in de wereldtop meedoen en ze hebben een eetcultuur die op het midden en zelfs onderaan onovertroffen is. Waar kun je voor  25 $ uitstekend dineren? Waar kun je op straat voor enkele dollars zo lekker en gezond eten? Nergens anders in de wereld! De basis van de Aziatisch eetcultuur zit goed in elkaar.

En kun je ditzelfde van het onderwijs zeggen? Opvallend is dat tot nog toe de Amerikanen en Engelsen de lijst van topuniversiteiten hebben aangevoerd. Maar betekende dit dat hun onderwijs in brede zin kwalitatief goed is? Het antwoord kennen we al jaren: nee. Sterker nog, anno 2010 is het onderwijs van de VS op midden en lager niveau zelfs abominabel, zoiets als MacDonalds en BurgerKing voor de keuken, niet te verteren. Van 1870 tot 1970 had de Amerikaanse samenleving dankzij uitstekend onderwijs de hoogst opgeleide bevolking van de wereld. Daarna is het erg snel bergafwaarts gegaan. Nog steeds krijgt de bovenste 5% onderwijs van wereldklasse, maar daaronder is het ver onder de maat. In de VS en Engeland is de tweedeling in kennis tussen top en basis van de samenleving groter dan in welk ander rijk land ter wereld. Als ik de rankings van de OECD goed bestudeer dan heeft de VS aan de bovenkant (bovenste 10%)  bijna net zulke slimme jeugd als Europa en Azië, maar voor de 50% aan de onderkant geldt dat de VS veel meer op Brazilië lijkt. Dat geeft te denken voor de toekomst van deze samenleving.

De kwaliteit van het onderwijs kun je niet aflezen aan de kwaliteit van het onderwijs voor de happy few en de kwaliteit van het eten kun je evenmin afmeten aan het eten van de happy few. Als je naar de kwaliteit van het onderwijs wilt kijken dan moet je dit meten voor de top, midden en lagere groepen. Onderscheid in kwaliteit wordt niet door de top bepaald, maar door de kwaliteit voor de massa. Geef mij maar een gemiddelde bistro in Tokyo, Singapore of Parijs, altijd goed! Geef mij maar een basisschool om de hoek in Helsinki, Singapore of Hong Kong. Grote kans dat mijn kind veel meer leert dan om de hoek in Phoenix, Manchester of Sao Paulo.

Pim Breebaart,

Leiden, mei 2010