Het kabinet juicht de verbeterslag bij de lerarenopleidingen toe. De nieuwe kennisbasis en daaruit voortkomende landelijke toetsen spreken de bewindslieden aan. Halbe Zijlstra zei tijdens de werkconferentie ‘De toets doorstaan’ bij de Hogeschool Utrecht, dat hij enthousiast is over de invoering van landelijke kennisbases en -toetsen voor lerarenopleidingen. Dit geeft hem immers een concreet handvat om zijn voorzet bij ‘centrale examinering’ in het HBO om te smeden naar een uitvoerbaar en niet te bureaucratisch geheel.”Het balletje is hard aan het rollen en het rolt in de goede richting,” zei Zijlstra over deze ontwikkeling in het veld. Pim Breebaart schreef ten behoeve van de discussie voor de werkconferentie tien stellingen op.
(1)
‘Veel vakkennis is nodig. Maar helpen vijfduizend meerkeuzevragen de docent bij het beter aanvoelen van de leerling en de groep? Een kind moet leren de werkelijkheid te doorzien en kritisch te beschouwen. Daar is meer voor nodig dan dit enigszins bureaucratische systeem.’
(2)
‘Lerarenopleidingen en onderwijs zijn geen toverdoos. Hier heb je studenten, daar heb je een vat met kennis, hupsakee dat gieten we erin en je hebt goede docenten. En in het verlengde krijg je goed lerende leerlingen en een soepel draaiende kenniseconomie. Zo’n simpel wereldbeeld vraagt om teleurstellingen.’
(3)
‘Een kennisinfuus volstaat niet. Daarmee alleen brengen we kinderen en de samenleving niet naar een hoger plan. Dat eenzijdig hameren op kennis is een volkswijsheid over onderwijs uit de 19e eeuw. Instrumenteel hanteren van kennisbases en –toetsen leidt niet tot het gewenste resultaat. Een goede kennisbasis in combinatie met de ontwikkeling van de non-cognitieve vermogens levert krachtige resultaatgerichte scholen op.’
(4)
‘De start deugt niet. We vragen jongelui die blij waren dat ze op de havo en mbo rekenen en wiskunde konden laten vallen om kinderen enthousiast te leren rekenen. En dat geldt ook voor taal. Als je denkt dat een kennisbasis de oplossing is, span je het paard achter de wagen. Nederland heeft nodig dat de slimste kinderen leraar worden en de iets mindere talenten bij banken en bedrijfsleven gaan werken.’
(5)
‘Over de vakkennis van een leraar mag geen twijfel bestaan. Het is een voorwaarde voor inspireren en inzicht bijbrengen. Maar politici die in hun enthousiasme denken dat ze hiermee de hoofdprijs binnenhalen, komen van een koude kermis thuis.’
(6)
‘Docenten praten zichzelf in de put. Ten onrechte. Het is makkelijker een kunstmaan naar de maan te sturen, dan vorm te geven aan goed onderwijs of een autistisch kind over hindernissen heen te helpen of achterstanden uit de vroege opvoeding weg te werken. Docenten mogen erg trots zijn als het ze lukt. Net als op hun vakkennis.’
(7)
‘Leren hoort bij het leven. Je mag het niet geïsoleerd beschouwen. Toch dreigt dat. De jaren voor de school en de uren buiten de school zijn zeker zo bepalend. Laat de politiek zich daar druk over maken. En laat de docenten, naast hun kennisbasis, ook bezig zijn met maatschappelijke verbanden.’
(8)
‘Nederland is geen eiland. We vormen hooguit 0,25 procent van de wereldbevolking. Heel de wereld worstelt met hetzelfde probleem. Waarom dan hier het wiel uitvinden? Waarom kennisbases en –toetsen die de onderwijsminister van Singapore afwijst? Waarom toetsen die alleen nationaal gevalideerd zijn? Ik pleit voor meer wetenschappelijk onderzoek en veel meer internationale samenwerking.’
(9)
‘Zonder passie geen succes. Daar komt het simpelweg op neer. Roeping, lol, beroepstrots. Als je in staat bent dat een plek te geven in het proces rond kennisbases en –borging, ben je spekkoper. Passieloze mensen brengen het vak niet vooruit.’
(10)
‘Neem de Franse keuken. Daar gaat het niet om het managent van een bedrijf, daar staan de beste professionals met plezier in de keuken. Ze willen aan het fornuis het verschil maken, laten zien wat ze in hun mars hebben. Competitie en samenwerking gaan hand in hand. Dat heeft een opkrikkend effect op de hele beroepsgroep. Misschien dat de meetlat van landelijke toetsen gezonde concurrentiekracht losmaakt.’
Deze stellingen zijn gepubliceerd in het decembernummer 2011 van Expertise, visieblad voor het hoger onderwijs