De beste student

Hogescholen worstelen met stijgende uitval en dalende rendementen. In de Randstad is het nog iets slechter dan daarbuiten. Dat komt door de studenten van migranten afkomst, zegt men. Het positieve nieuws is dat de kinderen van migranten steeds vaker doorstromen naar het hoger onderwijs. Het negatieve nieuws is dat hun achterstand op de van origine Nederlandse student nog steeds erg groot is. Ondanks alle inspanningen die de Randstad hogescholen zeggen te plegen.

Derek Bok van Harvard heeft er lang geleden zeer indringend over gepubliceerd. En menig psychologisch experiment dat aan Stanford en andere universiteiten is herhaald laat het opnieuw zien. Zodra de student denkt dat anderen lage verwachtingen van hem hebben, werkt dit als een boemerang tegen iedere prestatie in. Die ander kan de docent zijn, maar die speelt uiteindelijk maar een kleine rol. Er zijn heel veel mensen in de omgeving van de student die veel meer uren met hem doorbrengen en aan wiens oordeel hij erg hecht. Die directe omgeving van gezin en vrienden zal vaak onbewust en ongewild de student uit hun midden ontdoen van hoge verwachtingen, nog voordat de docent aan het woord is. Dit is een zeer moeilijk te beïnvloeden systeem probleem. Veel studenten uit achterstandsgezinnen zullen door die barrière van lage verwachtingen van hun omgeving heen moeten breken om succes te hebben in de studie. De student moet het negatieve beeld van zijn omgeving overwinnen en tegelijk zijn geliefde mensen om hem heen niet teleurstellen. Dat is een grote opgave.

Ik sprak een oud-studente van De Haagse Hogeschool. Ze zat vijf jaar geleden bij mij in de collegebanken en viel op door haar leergierigheid. Ze kwam uit een eenvoudig plattelandsmilieu. Ze was de eerste in haar familie die naar het hoger onderwijs ging. Haar ouders vroegen haar waar al dat ‘gestudeer’ goed voor is? En alle ooms en tantes moesten een beetje om haar lachen. Ze kon ook bij Blokker achter de kassa. Maar zij zette door. Ik ontmoette haar recent weer en nu was ze bezig aan haar masterscriptie aan de Universiteit Leiden. Haar vader had de avond tevoren nog gevraagd wat ze nou eigenlijk studeerde? Ze vertelde me dat ze hierna wil promoveren. Wat heeft deze studente veel moeten overwinnen, dacht ik in mijn achterhoofd. En voor hoe velen geldt niet dat ze er tussentijds mee stoppen?

En op die manier bekeken heeft leerachterstand alles van doen met het opleidings- en inkomensniveau van de ouders. Het gebruik van de taal van de midden en hogere klasse sluit veel beter aan op de taal van het onderwijs en dat is in het hoger onderwijs nog belangrijker dan in het kleuteronderwijs. Maar waarom heeft de ene student dan succes en faalt de ander. En wat kunnen we in hogescholen en universiteiten doen om studenten uit achterstandsgezinnen met meer succes te laten studeren?

Ken Bain publiceerde recent een interessant boek What the Best College Students Do. Hij deed veel onderzoek naar studiesucces. Hij keek niet naar de matige of slechte student, maar hij vroeg zich af welke succes factoren bepalend zijn bij de beste studenten. Eigenlijk zou iedere student dit boek moeten lezen, zoals de docenten allemaal zijn eerdere boek What the Best College Teachers Do zouden moeten lezen. Uiteraard blijkt dat hoge verwachtingen van de omgeving en docenten erg helpen. Ieder vooroordeel over de afkomst, religie of geslacht van een student moet vervangen worden door hoge verwachtingen. Maar iets is nog belangrijker voor het bereiken van studiesucces, schrijft Bain. De student zelf moet focussen, een eigen plan trekken, zich niet af laten leiden. En passant slaat hij het moderne geloof in multitasking aan gruzelementen. Hij toont dat het idee van multitasken voor de gemiddelde en matige student enorme leerproblemen op levert. Discipline en doorzettingsvermogen zijn van doorslaggevend belang en kunnen ontwikkeld worden door het een student niet te gemakkelijk te maken, laat een student stevig studeren. De beste studenten zoeken en ontvangen feedback. Zij zoeken de docenten die feedback geven. Zij wantrouwen multiple choice tentamens. Daar leer je weinig van. Maar oefenen in schrijven, schrijven en nog eens schrijven. En zorg dat je bij die docenten terecht komt die jouw essays en werkstukken willen becommentariëren, diepgaand willen analyseren, hoe meer rode strepen en aanbevelingen in de kantlijn des te beter. Overigens zijn die docenten in de huidige hogescholen dun gezaaid, want ze hebben een te hoge werkdruk en velen zijn te weinig competent om werkstukken te begeleiden en na te kijken.

Ook de religieuze of culturele achtergrond kan een student afhouden van diepgaand leren. Een jaar of wat geleden gaf ik in mijn colleges opdrachten aan studenten. Een paar studenten moesten zich voorbereiden op de stelling dat de emancipatie van vrouwen in het Midden-Oosten gediend is met het loslaten van de Islam. Eén student moest deze stelling verdedigen en een ander moest hem aanvallen. Bij de start van het college kwam de verdedigster, een gelovig islamitische studente, naar mij toe en vertelde dat ze het zo intens oneens was met de stelling dat ze hem niet kon verdedigen. Heb je hem voorbereid, vroeg ik. Ja, zei ze. Dan vind ik dat je de stelling moet verdedigen, zet je geloof opzij. Kan je dat? Ja, ik ga het proberen. Ze deed het en ze deed het erg goed. Toen de discussie was afgerond vroeg ik haar ten overstaan van de collegezaal hoe zij het ervaren had? Ze was erg blij om in de huid van een ander standpunt te zijn gekropen, ook al stuitte haar dat vooraf tegen de borst. En ze was er trots op. De zaal gaf haar spontaan een warm applaus.

Ik moest aan bovenstaande voorval terug denken toen ik recent de discussie in the School of Public Policy in Singapore volgde. Een school van master en phd opleidingen en met een hele grote diversiteit. Toen de Amerikaanse en Aziatische studenten zeiden dat China de mensenrechten in Tibet aan zijn laars lapte voelden de Chinese studenten zich erg aangevallen. Dit liep hoog op. In zijn evaluatie vraagt de Dean zich naar aanleiding hiervan openlijk af  hoe hij alle studenten kan helpen om diepgaand te leren. En hij besefte dat studenten die blindelings hun eigen cultuur, etniciteit of religie verdedigen bijna altijd hun leerproces stil zetten. Daarom koos hij ervoor om op de eerste studiedag van het jaar alle studenten te vertellen dat ze hier op de universiteit zitten om diepgaand te leren. Daar past bij dat je geen ambassadeur van je eigen land of geloof mag zijn. Zodra studenten hun eigen achterban alleen maar verdedigen stopt het leerproces. En intern kritiseerde hij collega’s die het stoppen van het leerproces gelijkstelden met het respecteren van culturele diversiteit.  Echt diepgaand leren vergt veel van iedere student, het is heel bevredigend als het lukt, maar je moet er veel voor doen.

De ouders werken lang niet altijd mee. Dat is jammer om te constateren, maar in de Westerse landen overheerst tegenwoordig in de opvoeding het idee dat kinderen beschermd moeten worden, dat ze het comfortabel moeten hebben, dat je alleen positieve feedback mag geven in de trant van, oh, wat is die tekening mooi. Het kind mag nooit falen. Kritiek is uit, het zou de sfeer en gemoedstoestand van een kind kunnen verpesten. Ouders verwachten van school dat hun kind in een warm bad terecht komt. De school moet in het verlengde liggen van het gezin, met dezelfde waarden en gedragspatronen. En ouders verwachten van de docent dat hij daaraan mee doet. Maar helpt dat een kind vooruit in zijn leerproces? Frank Furedi schreef er een scherpe analyse over in zijn boek Wasted, Why Education Isn’t Educating. Jammer genoeg moet je constateren dat migranten in het Westen deze degeneratie in opvoedingsidealen erg snel lijken over te nemen, terwijl ze beter hun kinderen achter de broek aan kunnen zitten. Ouders zouden hun kinderen moeten leren teleurstellingen te overwinnen, door te zetten en kritiek van de docent positief te integreren in hun denkraam.

Ook de overheid helpt niet erg. Ze legt de hogescholen op om zich te profileren en schrijft voor dat ze bovenal van economische waarde voor hun eigen regio moeten zijn. En in de strategie van iedere hogeschool lees je nu dat ze van onschatbare betekenis is voor de regio. Dat zal wel ergens goed voor zijn. Maar ontkennen we dan niet de kernopgave van (hoger) onderwijs. Onderwijs heeft tot taak om jongeren een (hogere) opleiding te geven waarmee ze zich vrijheden verwerven en meer autonoom door het leven kunnen gaan. Met een waardevol diploma op zak kan de afgestudeerde student zelf keuzes maken, vrijere partner keuzes maken, vrijere keuzes voor de opvoeding van zijn kinderen en ook vrijere keuzes voor wonen en werken op andere plekken, ook al zal hij dat niet altijd doen. De school moet helpen het gezichtsveld te vergroten in plaats van te beperken. Hoger onderwijs koppelen aan de plaats van vestiging lijkt aantrekkelijk, maar brengt het grote gevaar met zich mee dat de opleidingen eerder een geestelijke vernauwing wordt opgelegd dan dat de vrijheden van de student worden vergroot. Nota bene, ouders zijn duizenden kilometers gemigreerd opdat hun kinderen het beter krijgen en hun kinderen gaan in het beloofde land naar een hogeschool die zich richt op de eisen van een arbeidsmarkt van een vierkante kilometer. Ze gaan naar een hogeschool die zich laat beperken door de regionale belangen. Is dat humor? Meer tragiek, zou ik zeggen

Ken Bain laat zien dat de beste bachelor studenten veel vragen stellen, nergens genoegen mee nemen, tijd van de docent opeisen. Ze lezen veel boeken, hebben een grote mate van discipline en schrijven essays. Ze zoeken de interactie met docenten en ze zoeken de meest intelligente docenten en dat zijn niet perse de aardigste of meest toegankelijke! En Bain schrijft dat onze geest al van jongs af aan ook een gevangenis kan zijn, je wordt op je plek vastgehouden, niet door lage verwachtingen van anderen, maar je kan het jezelf aandoen, je bouwt je eigen gevangenismuren. Daar door heen breken is niet gemakkelijk maar het is het waard. En dat zal het studiesucces werkelijk bevorderen.

Pim Breebaart

Dit artikel wordt gepubliceerd in Cascade, tijdschrift voor hoog opgeleide allochtonen,  van december 2012