Wij en zij

Laatst las ik een interessante analyse van Roos Vonk, hoogleraar Psychologie, over groepsgevoel. Iedereen is lid van vele groepen. Je voelt je Marokkaan, Nederlander, Moslim, atheïst, voetballer, eerstejaars student van de Pabo, gezinslid, vriend, terrorist, NRC-lezer, en nog veel meer. Uit psychologisch onderzoek blijkt dat leden van een groep hun eigen groepsleden zullen bevoordelen. Je geeft meer geld aan de leden van je eigen groep. Je denkt vaak dat je eigen groep beter is. Dat is een prettig basisgevoel. Je ontleent je eigenwaarde ook uit de groep waartoe je behoort. Als je denkt dat die groep beter is dan andere groepen dan duw je je eigenwaarde omhoog. En dat geeft een zekere bescherming. Maar het kan ook een vernauwing van waarnemingen en beoordelingen geven. Het kan verstikkend werken. Het blijkt dat mensen met een gedeukte eigenwaarde zich er weer bovenop helpen door andere groepen als minderwaardig te beschouwen. Dat helpt vaak een beetje.

‘Zij’ zijn anders. De Arabieren kijken vaak naar westerlingen alsof dat allemaal dezelfde materialistische mensen zijn. Amerikanen kijken naar Arabieren alsof ze allemaal potentieel een terroristische actie willen plegen. Het blijkt voor velen moeilijk om dat te overstijgen. Kun je het overstijgen door veel contact met elkaar te hebben? Verdwijnen dan de (voor-)oordelen? Roos Vonk schrijft dat dit alleen gebeurt als het contact vrijwillig is, als de groepen een vergelijkbare status hebben en de groepsleider het contact duidelijk ondersteunt. Hoe doen wij dat in onze multiculturele en internationale hogeschool? Werkt het als we diversiteit als uitgangspunt nemen bij groepsvorming?

In Brussel is door prof. Van Esbroeck een interessante onderzoek gepubliceerd. Hij volgde jarenlang studenten van Arabische afkomst. En hij onderzocht hun zelfbeelden. Een deel ontleende zijn identiteit vooral aan een Arabisch land, een ander deel van de migranten voelde zich vooral Belg. Het studiesucces van de tweede groep in het hoger onderwijs bleek bijna tweemaal zo hoog te liggen als van de eerste groep. Ik moest natuurlijk direct aan de analyse van Roos Vonk denken. Je identiteit en je groepsgevoel kunnen je eigenwaarde versterken, maar ze kunnen je ook heel erg dwars zitten in de ontwikkeling van jouw talenten. Ingewikkeld. Want ik geloof erg in diversiteit als kracht, en dat wens ik niet op te geven. Maar dit onderzoek laat nog eens zien dat we de diversiteit ook zodanig moeten sturen dat alle leden van de groep er voordeel van hebben.

gepubliceerd in Atrium | download PDF van dit column