Mijn grootmoeder en de hooitijd

Mijn grootmoeder was lerares tussen 1900 en 1915. Ze gaf les op een basisschool in Sleewijk. Er waren nog geen arbeidscontracten. Zij werd rechtstreeks betaald door de vaders van haar leerlingen. En dat waren de boeren in de omgeving. Zuinige en vlijtige boeren. Het boerenleven was ongetwijfeld hard in die tijd. De kinderen moesten op jonge leeftijd helpen op de boerderij. En hoewel iedereen er van doordrongen was dat er alleen een goede toekomst zou zijn voor hen die konden lezen, schrijven en rekenen was de spanning met de directe opbrengst van het land groot. Kan jouw zoon van negen jaar deze week naar school of moet hij helpen met het hooien of het rooien? Het antwoord werd voor de algemene leerplicht heel vaak door de boeren gegeven, het bedrijfsbelang, het korte termijnbelang, was altijd belangrijker. En menig boerenzoon of –dochter zal ook wel gedacht hebben dat het helpen op het land een mooie afwisseling was tegenover het stil in de schoolbanken de tafel van zeven leren. Mijn grootmoeder was een wijze vrouw met veel geduld en compassie voor iedereen. Zij vertelde de boeren dat hun kinderen moesten leren, op school. Leren doe je op school, werken op de boerderij. Vaak kreeg ze een harde schoffering. Op 75-jarige leeftijd kon ze zich nog steeds heel erg boos maken op die ontzettend domme boeren die hun eigen kinderen niet eens een rustige schoolperiode gunden. Zo dom als het staartje van een varken. Het is het enige onderwerp waar ik ooit kwaadheid bij mijn oma heb opgemerkt. Zorg dat je kinderen ongestoord kunnen leren. Maar het was tegen dovemansoren gericht. Er moest een wettelijke leerplicht en controle op schoolverzuim komen om de balans in het voordeel van de jeugd en de toekomst van onze maatschappij te laten doorslaan.

En hoe is dat vandaag de dag? We zijn vele malen rijker dan 100 jaar geleden. Er moet ook veel meer geleerd worden door de jeugd. Geven wij onze jeugd de tijd om te leren? Is het werk op de boerderij vervangen door het vakken vullen bij Albert Heijn? Laten we zestienjarigen werken en leren in duaal beroepsonderwijs? Jagen we de jeugd op om maar snel af te studeren? Maken we de studiefinanciering zodanig dat het na vijf jaar studie wel mooi is? Worden scholen bekostigd op hun studieduur? Jeugd en school zijn in een positie gebracht om snel een eind te maken aan de studie.

Wij gaan veel langer naar school. Er is heel veel ten goede veranderd. Maar er dreigt ook een herhaling. In onze economie is de hooitijd weer aangebroken. Zullen Bernard Wientjes, Loek Hermans en Ronald Plasterk hetzelfde reageren als de boeren van 1907 rond Sleewijk? Vinden wij vandaag een euro meer verdienen belangrijker dan dat de volgende generatie drie euro meer kan verdienen? Eerlijk gezegd hoop ik anders, maar vrees ik dat we in honderd jaar niet heel veel veranderd zijn!

niet eerder gepubliceerd | download PDF van dit artikel