De Wereld van Morgen, Londen

Op donderdag 11 mei 2006 ’s morgens vroeg naar Londen, met achttien Nederlanders. Het programma is georganiseerd door de Baak, Margot Zoeteman. Het reizen gaat snel en efficiënt, om 13.00 uur zitten we al volop in gesprek in een zaaltje in het mooie Designhotel van Philip Starck in het hartje van het theaterdistrict.
Deze twee dagen gaan opnieuw over het modernisme en het postmodernisme en de vraag wat daarna gaat komen. We zullen de strijd tegen armoede bespreken, de strijd tegen terreur, de nieuwe wetenschappelijke technologiën en we gaan Victoria Museum en het Tate Museum bezoeken om de diepgaande crisis in de kunst te bespreken.

Het was al direct raak. Als eerste spreker leerden wij Sander Veeneman kennen. Fotograaf, van jongsaf aan. Maakte beroemde foto’s van Mandela en Kofi Anan, van voetballers, van mensen op straat, van mensen in oorlogsgebieden. Hij vertelde over zijn liefde voor het vak, hoe dat zich ontwikkelde, was in Kosovo tijdens de ergste dagen en leerde de armste plekken in Afrika en India kennen. Voelde zich steeds meer in plaats van fotograaf een voyeur. Ging vraagtekens zetten bij zich zelf … en de Westerse mentaliteit….en nam het op voor of beter gezegd tegen de armoede. Met zijn camera. Hij maakte foto’s, altijd in zwart wit, en werkte gelijk aan het effect daarvan op de Nederlandse bevolking. Van voyeur werd hij spokesman. Startte een website www.first8.org. En benaderde belangrijke figuren om hem te helpen. Stelde een boekje samen van aangrijpende foto’s van erg arme maar soms ook trotse en doorleefde mensen. Het gaat over die mensen, dus geen naam van de fotograaf of uitgever. Hij zocht, via vriend Anton Corbijn, Bono en U2 op om hen te vragen of hij de tekst van hun song Miss Sarajevo mocht gebruiken, zonder bron vermelding,

Is there a time for keeping distance
A time to turn your eyes away

en wilde deze aanklacht naar alle 26.000 belangrijkste mensen in deze wereld te sturen. Alle 150 presidenten,  alle  6400 ministers, alle geestelijk leiders, alle culturele leiders, alle CEO’s. Hij vroeg hulp aan TNT. De logistieke machine van TNT regelde een gelijktijdige postbezorging op éen dag bij alle 26.000. Daarna bleek dat de uitgever van Libelle, Margriet, Panorama, het als bijlage aan hun lezers wilde sturen. 1,6 miljoen exemplaren. TNT heeft zijn sponsorcontract voor het Golfteam van Nederland gestopt en zich verplicht om meerjarig mee te doen met de strijd tegen armoede. Frank Keepers, de directeur Talent Management TNT, was er deze dagen bij. Hij kon goed vertellen hoe het bedrijf (110.000 werknemers) de laatste twee jaar allerlei activiteiten heeft opgezet om geld op te brengen. Ook door zelf medewerkers en managers van het bedrijf voor enige weken of maanden naar de vluchtelingenkampen in Afrika te sturen om daar te gaan helpen. Ze bouwen het nu in in het traineeprogramma.
Na de presentatie van Veeneman hebben we stevig doorgepraat over de aanpak van de strijd tegen armoede,…zonder hem overigens op te lossen,…. maar ik merkte wel een zeer grote betrokkenheid en de wil om het mee te nemen naar het eigen bedrijf/organisatie.

Ik vond het heel jammer dat Noreena Hertz (de anti-globaliste, The Silent Takeover, University of Cambridge) op het laatste moment had afgezegd. Daarvoor in de plaats kwam Patrick Dixon, London Business School, laatste boek getiteld Futurewise, six faces of global change. En daar ging het dan ook wel over. Te veel om hier allemaal te herhalen, hij poneerde bekende statements over de ontwikkeling van de biowetenschap, de nieuwste gezondheidszorgtechnieken, ouder worden zonder ziekte. Hij kende de wereldstatistieken zo ongeveer uit zijn hoofd, en vertelde ons dat in de VS, Engeland of Nederland het financieel vermogen voor 75% bij de 65+groep zit. Binnen die groep zijn er veel meer vrouwen dan mannen. En als je alleen naar de 90+groep in de VS kijkt dan zijn dat voor 90% vrouwen en zij bezitten een enorm deel van de rijkdom van de VS.  Aardig weetje, maar ik begreep het grote belang hiervan niet. Interessanter vond ik zijn opsomming van spanningen in de wereld die tot een oplossing of uitbarsting zouden moeten komen. Eén ervan was de tegenstelling tussen Afrika en Europa/VS. Hij redeneerde daarom anders dan de common sense dat niet de Arabische wereld ons grote probleem vormt, ook niet met migratie, maar Afrika, en onderbouwde dat weer met veel cijfers. Ook hij ging in op de aanslagen en terreur in het westen. Hij vroeg zich af waarom Londen zo rustig heeft gereageerd op de aanslagen. Eén bom was drie woningen naast zijn woonhuis ontploft. Hij vertelde dat hij nog dezelfde dag bij zich zelf een ijzeren wil voelde om naar de slager te gaan, naar de bakker, naar de grocery, om maar het gevoel vast te houden: life must go on. Hij wilde zich niet in zijn dagelijkse werkzaamheden laten storen door terreur. Zijn verklaring greep terug op WOII waarin Londen geleerd had om door te gaan, volgens hem zit dat er diep in. Hij vergeleek dat met de reactie in NY en de VS, zij waren echt toen en nu nog de weg kwijt, de wereld zou nooit meer worden zoals hij was. De Londenaren willen dat de wereld doorgaat zoals hij was en dat zullen ze laten zien. Een opvallende activiteit  van deze ‘professor Future’ was dat hij met zijn vrouw privaat al vijftien jaar een hele campagne tegen Aids (in vooral Afrika) heeft opgezet en daarom ook kind aan huis lijkt in veel van de landen aldaar.
Ik vond Patrick een goede spreker, met een goede performance, maar ik merkte dat ik vaak twijfelde aan zijn beweringen door de enigszins oppervlakkige manier van analyseren. Gek genoeg was de groep heel enthousiast over hem, dus misschien had ik mijn uurtje niet.

Het gaat deze twee dagen allemaal over de maakbaarheid van onze wereld (het modernisme). Is de wereld maakbaar? Is er steeds vooruitgang? En hoe dan? En in welke richting? Of zijn we alleen maar teleurgesteld (het postmodernisme), is er geen richtingsgevoel meer in Europa ? VS ? Afrika ? Midden Oosten?  En… Azië?

En dan de “war on terror”. Bepaalt die onze toekomst? Voor het eerst in mijn leven zat ik oog in oog met een CIA-agent. 30 jaar trouwe dienst in alle gevaarlijke landen achter de rug. Een goede spreker, die zich ondanks de regelmatige stevige aanvallen uit de groep op geen enkele manier uit het veld liet slaan. Peter Probst, sinds drie jaar uit actieve dienst – ook het leven van een geheime agent kent een fpu – nu directeur van een onderneming die de burgers in deze wereld betrekt in de war on terror. Want dat was wel duidelijk, we moeten allemaal tegen terreur strijden en oponthoudelijk. Hij gaf een heel aantal voorbeelden wat er allemaal kan gebeuren, nog veel erger dan 9/11.  Met de voedselvoorziening, in vleesfabrieken, met de watervoorziening, met de nieuwste technologisch middelen, als hij terrorist zou zijn dan wist hij wel waar de zwakke plekken in het westerse veiligheidssysteem zitten. Als voorbeeld had hij diverse kleine voorwerpen bij zich, zoals een blaasinstrumentje voor astmapatiënten. Wordt nooit gecontroleerd en je zou er de meest dodelijke chemische middelen mee kunnen transporteren. Kortom de boodschap werd ons flink ingepeperd, het gevaar dreigt van alle kanten elke dag, elke minuut van de dag. Er ontstond wat tegengeluid, maar dat vloerde hij vakkundig  door er op te wijzen dat het natuurlijk niet voor de volle 100% vaststaat dat zoiets nog tijdens ons leven zal gebeuren maar dan toch zeker na dat wij er niet meer zijn en dat willen we toch niet achterlaten. De boodschap was duidelijk, er loert voortdurend een heel groot gevaar en er is maar één organisatie die dat kan voorkomen en dat is de CIA. Privacy van burgers is minder van belang, het is immers oorlogstijd, we leven in een oorlog, aldus Peter. Het doel heiligt de middelen.

Hij legde ons ook uit dat de wereld grosso modo uit twee soorten mensen bestaat: the good guys en de bad guys, waar heb ik dat eerder gehoord, maar het was echt waar, Allah heeft het ook gehoord. En na enige discussie wilde hij wel toezeggen dat er iets meer good dan bad guys zijn. Maar de Al Qaeda en nog wat anderen zijn de echte bad guys. En het aller aller vervelendste van de bad guys is dat ze zich voordoen als good guys. Je kan het dus niet zien aan ze, ze dragen geen verkeerde regenjas of andere herkenbare tekens. En dat verklaart ook waarom de bad guys met deze tactiek president van Amerikaanse universities zijn geworden, je kan ze niet tijdig herkennen, en hoofdredacteur van een Amerikaanse krant, zelfs senator zijn en het allerergst  …….. geïnfiltreerd zijn in het Witte Huis. Het is allemaal al het geval en in ieder geval volop mogelijk. Het is dus oorlog en alle middelen zijn geoorloofd. Peter Probst leek er ook erg van overtuigd dat die oorlog gewonnen kan worden, hoewel hij voorspelt dat het niet makkelijk zal gaan. En dat komt omdat het niet alleen een militaire oorlog is maar bovenal het verspreiden van ideeën, van ideologiën, van verkeerde religieuze ideeën. En die moet je dus weer heel apart aanpakken. Hoe bestrijd je dan Al Qaeda als je militair al alles doet, maar merkt dat het (nog) niet succesvol is. Hij vertelde dat de CIA daar ervaring in heeft en ook nu weer probeert de tegenstander van binnen te breken. Hoe? Door tweespalt te zaaien, door gelogen verhaaltjes de wereld in te sturen. Schrijf in een blaadje in Brazilië dat er sterke aanwijzingen zijn dat de nummers twee en drie van Al Qaeda onderling mot hebben, dat nummer drie nummer twee het licht niet in de ogen gunt, maak er een aannemelijk verhaaltje van, en publiceer dat. Dat wordt overgenomen in Mexico en dan VS en dan……. Doe dat regelmatig in diverse landen van de wereld, goed gecoördineerd via dagbladen en internet en de roddel zal zijn werk gaan doen, de tegenstander wordt van binnenuit verscheurd. Zorg er wel voor dat de relatie met de CIA nooit aantoonbaar is. (ik zat ondertussen weg te dromen naar de Sjah van Perzië, het Tonkin-incident in Vietnam, president Allende in Chili, en dacht weer even…., ja, de wereld is maakbaar, als je er zo tegen aankijkt). Tot slot kwam ook de oorlog in Irak nog aan de orde, dat kon niet uitblijven, oorlog is oorlog nietwaar ook al publiceren de kranten er nu minder over dan twee jaar geleden.  De oorlog is van voorpagina tot een onderdeel van de weinig gelezen pagina vier geworden. Iedere week zijn er terroristische aanslagen in Irak, met tienduizenden doden per jaar. Peter was daar duidelijk in: het is nu alleen nog maar een kwestie van hoe de Amerikanen er zo snel mogelijk wegkomen want er zijn belangrijker zaken te doen zoals in Iran , Noord Korea, Afganistan en elders. En je kunt je soldaten maar één keer inzetten. Ik zat alweer weg te dromen over dit staaltje van cynisme, eerst een oorlog beginnen, meer dan 100.000 Irakezen doden, geen wapens vinden, echter niet zo bedoeld want Peter bleek een heel prettige en aardige man met een zeer zelfverzekerd verhaal. Hij gelooft oprecht in wat hij vertelt. Oh ja, dat viel mij nog op, hij refereerde aan de goede werelddaden van de VS en somde op van WO-I, WO-II, Korea, Haïti, val Berlijnse muur, Golfoorlog. Iemand uit de groep riep alert: hé Peter, you forget Vietnam.

Op vrijdag gingen wij verder met onze zoektocht naar de maakbaarheid en de richting van onze wereld. Dat deden we de hele dag onder leiding van Anna Tilroe, redacteur Kunst van de NRC. Na een inleiding over de Verlichting en de invloed op de kunsten vertrokken we naar het Victoria & Albert Museum om een actuele tentoonstelling over het modernisme te bezoeken en ’s middags naar het Tate museum om een tentoonstelling over postmodernisten en Martin Kippenberger te bekijken. De hele dag was één lange uitleg van Anna en discussie. Ik vat het samen. Van Verlichting naar de grote idealistische schrijvers van de 19-de eeuw met hoop op een veel betere toekomst, geloof in de maakbaarheid van alle dingen en de maakbaarheid van de samenleving is een kleine stap. In de kunst en cultuur ging dit vooral in de tweede helft van de 19-de eeuw een rol spelen. Optimisme, alles was maakbaar, alles kon transparant gemaakt worden, verlossing van de eeuwendurende zware arbeid door de machine, de idealen van vrijheid,  gelijkheid  en broederschap, ordening aanbrengen, zelf kiezen in die ordening, dat alles kwam naar buiten met het modernisme in de kunst. Vanwege de tentoonstelling hebben wij vooral het Bauhausdenken besproken. Anna plaatst dat in het totale vooruitgangsdenken. In plaats van de oude benauwde mensonterende krotten vol ziektekiemen en dood willen de modernisten (Berlage, Oudt, Gropius, Rietveld)  licht, transparantie, ruimte, nieuwe ordening van de stad (Corbusier). Kortom, een geweldig geloof in de maakbare samenleving en het idee dat architectuur, kunst, design van alle gebruiksgoederen het leven van mensen mooier maakt, de kwaliteit van het leven verbetert. Alles moest efficiënt, ook de mens zelf moest efficiënt zijn, productief, redelijk en ordelijk, het werk moest gaan zoals gepland. Het geloof daarin was groot. Het modernisme evolueert naar steeds abstractere vormen (Mondriaan, Moholy-Nagy,  etc.) Het perspectief verdwijnt en het platte vlak kan niet vlak genoeg zijn. Je ziet precies datgene wat je ziet, het is geen symbool van iets anders, rood is gewoon rood en niet een symbool van bloed of agressie. Een schrijfsters zei: een roos is een roos is een roos. Dat is abstracte kunst in zijn uiterste vorm. Een heel opvallend gegeven vond ik de uitspraken van Laszó Moholy-Nagy en Josef Albers, twee belangrijke modernisten over het onderwijs:
School should allow a lot to be learned, which is to say that it should teach little (Albers)
Learning is better than teaching, because it is more intensive, the more is being taught, the less can be learned (Albers)
The school should nurture the individual passively without disturbing personal development (Albers)
In the end all education is self-education (Albers)
Everyman is talented. Every healthy man has a deep capacity for bringing to development the creative energy found in his nature (Moholy-Nagy)

De boodschap is duidelijk, hier spreekt het nieuwe leren anno 1920 – 1930. Een ongelooflijk vertrouwen in de mens en zijn individuele leervermogen. Een onwrikbaar vertrouwen in ratio en rede.  Alles wat van buiten af perspectief zou kunnen geven wordt weggeredeneerd. Ik realiseerde me dat dit wel heel anders is dan de 150 jaar die er aan vooraf gingen. De grote Verlichters (Kant, d’Alembert en Diderot) geloofden in kennis en overdrachtskunst. De mens moest geschoold worden, op school, door deskundige onderwijzers, zonder teaching geen learning. Draag veel inhoudelijke kennis over, met de encyclopedie en prachtige bibliotheken. Het ideaal van de basisschool, de ULO en de HBS heeft de 19-de eeuw beheerst. Onderwijs als middel om het volk te verheffen. Onderwijs als middel om verder te komen, om je eigen kinderen een betere toekomst te geven, om als groep door te stromen naar hogere vormen van kennis en een betere maatschappelijke positie. Dat ideaal wordt losgelaten. De radicale uitlopers van het Verlichte denken in de 20-ste eeuw laten de teacher los en concentreren zich alleen nog op de learner. Opmerkelijk. Heeft dat ook een uitloper in ‘de student centraal’ anno 2006?

Anna Tilroe analyseerde een groot deel van de abstracte kunst als een intussen losgeslagen culturele elite, los van de grote groep mensen die het niet meer kunnen volgen, de kunst gaat deels in zijn eigen cirkel draaien en gaat meer op zichzelf en elkaar reageren dan op de ontwikkeling van de samenleving. Dit zal na de WO-II nog duidelijker worden. Als voorbeeld gaf zij de uitvloeiselen van Bauhaus, doorgezet in de doorzonwoning, de Bijlmer, de enorme wijken met huizenblokken in Oost Europa. Deze manier van bouwen heeft een ontwikkeling doorgemaakt die niet meer strookt met de gevoelens van grote delen van de bevolking. En de reactie daar op is dat er nu in Engeland en Nederland weer volop boerderettes, 17-de eeuwse kastelen en Twentse landhuizen worden gebouwd, geheel volgens de oude voorschriften, maar van binnen supermodern. De toparchitect  kijkt er smalend naar en verwijt de projectontwikkelaar vooral commercieel belang na te jagen. Ondertussen is de afstand tussen de culturele architectenelite en de massa bijna onoverbrugbaar.

Grofweg heeft WO-II dat geloof in menselijke ordening en vooruitgang flink aangetast en worden de kunst en cultuur scheuringen zichtbaar. Het postmodernisme (Dali, Ernst, Magritte, Delvaux ) ordent niet meer, maakt niets meer transparant, maar laat dat aan de toeschouwer over, je mag het zelf invullen, je maakt je eigen droom. Er is in het post modernisme een groot ongeloof in de maakbaarheid, emoties worden weer belangrijker dan rationele ordening, ieder mening is er één, Ceci n’est pas une pipe, dit is geen pijp (Magritte), je ziet niet wat je ziet (Nijhof).

Ik ga hier niet te veel op in want dan kan ik nog wel enige pagina’s schrijven. Ik wil toe naar Kippenberger. Een uitermate interessante kunstenaar, want hij staat symbool voor de kunst anno 1990 – 2000. Hij is de meest wezenlijke verpersoonlijking  van de huidige crisis. Zijn oeuvre bestaat uit niets anders meer dan een reactie op de moderne schilderkunst, alle kunstvormen lijkt hij te beheersen, maar met alles en iedereen drijft hij de spot, maakt niet uit of het kunstenaars zijn, burgers of consumenten. Iedereen moet eraan geloven, met een grap en een grol. Hij kritiseert de massacultuur, het consumentisme, drijft de spot met mensen, drijft de spot met kunstenaars en kunst, drijft de spot met zichzelf als kunstenaar.  Hij is ook de verpersoonlijking van de commerciële kunstenaar, met een  makkelijk product, vraaggericht, iedereen kan het begrijpen, het is sterk communicatief en je kunt er heel veel geld mee verdienen. De huidige kunst kent geen hoofdstroming meer, alles kan gezegd en geschilderd worden, er zijn ook geen kwaliteitskenmerken meer. De kunstenaars moeten er vooral geld aan verdienen. En dat laten ze zien, want ze wonen in luxe huizen of hebben als schilder hun eigen heli’s of vliegtuig of cruiseschip of hotelketen. Geld lijkt in de markteconomie nog het enige kwaliteitskeurmerk te zijn geworden. Het aardige van Kippenberger is dat hij dat zelf heeft waargemaakt door dat juist tot hoofdthema van zijn hele werk te maken. Kunst heeft geen leidende functie meer, het avant-garde ideaal is vervlogen, Kunst is gebakken lucht geworden, handelswaar, Kippenberger schildert een zelfportret waarbij zijn gezicht te zien is op de weerkaatsing van een ballon, een ballon die elk moment kan barsten. Het laatste werk is een grote nagebouwde afvalcontainer van hout waarin al die commerciële schilderijen liggen opgestapeld. Kunst leeft nu volledig in zich zelf, ze reflecteert op zich zelf, staat los van de werkelijke maatschappelijk ontwikkeling en is dus in volledige crisis. Wat kan kunst nog betekenen voor de mensheid, het antwoord van Kippenberger is duidelijk, helemaal niets. Anna Tilroe legt de kunst steeds zo uit dat kunst toch altijd een reactie is op een ontwikkeling van de samenleving. Ook nu wordt de crisis waarin we verkeren, de wanorde van onze samenlevingen, weerspiegeld in de kunst. Als toppunt van crisis van de kunst mag gelden dat de Europese Biënnale , deze keer in Griekenland, gewoon eens helemaal geen schilderijen of kunstwerken meer exposeert, geen enkele. In plaats daarvan zijn alle genomineerde kunstenaars met elkaar een week in een hotel aan het confereren over de crisis in de kunst. Mooi voorbeeld.

We liepen de hele dag te discussiëren, het was erg geanimeerd, we vroegen ons af hoe er nu iets nieuws zou moeten ontstaan uit al deze chaotische ontwikkelingen. En het is niet te hopen dat de kunst een voorloper is van de samenleving want dan is die container een wel erg sombere voorspelling. Ik denk dat het andersom is, zoals meestal met de kunst het geval is geweest, de kunst is altijd al een reactie op datgene dat al aan het gebeuren is. De wanorde in onze samenleving is er, en die is niet licht op te vatten, maar ik deel de mening van René Boomkens dat het een nieuwe wanorde is die ook mogelijkheden schept voor nieuwe ontwikkelingen. En dat zullen vernieuwingen zijn die ontspruiten in de vele rafelranden van de huidige samenleving. Let maar op. Dat geeft ook hoop voor de Kunst. Ik blijf een optimist.

Vrijdagvond terug naar Heathrow, de maakbare samenleving die het grootste vliegveld van Europa is. Wij zouden om 22.35 op Schiphol landen, was beloofd door de dienstregeling. Het werd 00.45. Iedereen kankeren. Ook dat is maakbaar. Ik ben al weer erg benieuwd naar Parijs over drie weken. Met de Thalys. Over de sexuele maatschappij met Marlies Dekkers. Over de Art Society met Jean-Paul Goude. Hij doet het grote reclamewerk voor topmerken. Over de Future Society met trendwatcher Marc Bourgery. En tot slot gaan we onder leiding van Harry Starren analyseren en napraten. En dan zal ik opschrijven hoe de Wereld van Morgen er uitziet.

niet eerder gepubliceerd | download PDF van dit artikel